Home

Van botermarkt tot Broederpoort
De stadsboeren van Kampen
Flora en Fauna van het gebied

Stadsburgerweyden
Blauwgrasland
Slootkanten en vegetatie

Kinderboerderij Cantecleer
Natuur in de stad
Vlinder en insectenposter
Vogelkaart

Poorten en Stadspark

Nadere Informatie
Routebeschrijving + Kaart
Colofon

Legenda

Natuur in de stad: De merel

MerelDeze mooie zangvogel met zijn bruinzwarte verenkleed en oranjegele snavel belichaamt op een voortreffelijke manier het thema van deze site: de natuur in de stad. In de duistere diepten van het bos heeft deze eertijds schuwe en verborgen levende vogel besloten alle steden en dorpjes tot in de kleinste tuintjes te bezetten. En niets of niemand heeft hem kunnen tegenhouden. Zoals de kikkers Als u in het voorjaar rond zonsopgang door een wijk met veel groen wandelt, krijgt u een indruk hoe talrijk deze soort geworden is in het stedelijk gebied. Elke zingende merel heeft zijn eigen territorium en in sommige wijken heeft bijna elke niet al te kleine tuin een eigen paar. De merel heeft zich zo fantastisch weten te handhaven,omdat hij een van de grootste problemen waar elke stadsvogel mee kampt. heeft opgelost: verstoringen predatie door de huiskat. Katten worden door de merel in debroedtijd zonder pardon aangevallen en verjaagd.Deze felheid maak tsteeds weer grote indruk. De katten weten zich meestal totaal geen raad met zo'n agressief klein ding. De gemiddelde huiskat slaat dan ook direct op de vlucht. Een week voor het uitvliegen willen de jonge merels niet meer in het veilige nest blijven. Daardoor verzwaren ze de taak van de ouders. Ze moeten nu de door de omgeving verspreide jongen continu in de gaten houden en elk naderend roofdier opwachten en wegjagen. Een taak die ze op een bewonderenswaardige manier verrichten.
Zo worden er dus elk jaar weer voldoende jonge merels volwassen om de populatie
op peil te houden.

Het Oranjetipje


oranjetipjeHet oranjetipje is een mooie dagvlinder, die jaarlijks in kleine aantallen in het Groene Hart vliegt. Vooral het mannetje is al van verre te herkennen aan de heldere
oranje vlekken op de bovenzijde van de voorvleugels. Het vrouwtje mist deze vlekken en is daarom moeilijk te onderscheiden van een koolwitje. De vliegtijd van het oranjetipje begint in april en duurt tot ver in juni. In mei zijn ze het talrijkst.
De waardplanten - dat zijn de planten waarop een vlindersoort bij voorkeur haar eieren legt zijn look zonder look en pinksterbloem. Deze planten zijn beide redelijk talrijk in het Groene Hart. U vindt ze op wat vochtige plekken. In het parkachtige deel ten westen van het zwembad heeft u de grootste kans ze aan te treffen. In jaren met een warm en droog voorjaar worden de oranjetipjes talrijker en verspreiden ze zich door het gehele Groene Hart en omliggende wijken met veel en afwisselend groen.

De Bijentuin


BijentuinNaast een keur van grotere dieren beschikt kinderboerderij Cantecleer ook over een bijentuin. Een bijenvolk bestaat uit ca. 40.000 bijen. Deze worden gehouden in kasten met losse houten ramen, die men er uit kan halen. Zo kan de imker eenvoudig controleren hoe het er met het bijenvolk voorstaat. Ook het oogsten van de honing wordt zo een stuk gemakkelijker. In deze hout en ramen bouwen de bijen hun raten. De imker helpt ze hier bij door in de ramen al vaste en kunstraat te plaatsen. Deze skantige structuur van de cellen is in dit bijenwasplaatje al voorgeperst.
De bijenbouwen de cellen af en vullen ze met honing. Daar na verzegelen ze die met een wasdekseltje. Deze verzegelde raten oogst men in een zogenaamde honingslinger. Na het zeven is de honing dan gebruiksklaar en jaren houdbaar.

stinzenplanten


StinzenplantenOp veel plekken in het Groene Hart zult u 'stinzenplanten' aantreffen. De meeste zijn kleine bolgewassen. Het zijn geen wilde planten, hoewel ze qua uitstraling en gedrag daarvan niet te onderscheiden zijn. In tegenstelling tot veel van onze bloemen en tuinplanten kunnen ze zich wèl zonder de hulp van de mens redden en uitbreiden. Sommige mensen rekenen ze tot de wilde flora, omdat ze al eeuwenlang in ons land voorkomen. Veel karakteristieke stinzenplanten komen uit Klein Azië en het Oosten van Zuid- Europa. Men vermoedt dat sommige soorten al door de kruisvaarders als souvenir van hun bezoek aan het Heilige Land zijn meegenomen. Het woord stins stamt uit het Fries en betekent 'stenen huis'. Deze stenen huizen of versterkte plaatsen werden in de 15e en 16e eeuw verbouwd tot landgoederen met lusthoven. Het verbouwen van elders afkomstige planten was een rage in die tijd. Vele soorten verdwenen weer na een tijdje, maar de bolgewasjes overleefden en verwilderden. In veel parken, op landgoederen en buitenplaatsen zijn deze stinzenplanten heden ten dage nog steeds te vinden. Door hun wilde uitstraling zijn stinzenplanten uitstekend geschikt voor heemtuinen. In het Groene Hart treft u een aantal soorten bolgewassen, zoals het sneeuwklokje, de boerenkrokus, daslook, vogelmelk en witte narcis en stinzenplanten zonder bollen of knollen, zoals de kleine maagdenpalm, beemd ooievaarsbek, de voorjaarszonnebloem en het vingerhoedskruid.

Egels en takkenhopen


egelIn het Groene Hart zijn op veel plaatsen takkenhopen (of broeihopen) neergelegd, die een belangrijke rol spelen bij het instandhouden van de egel populatie. De jongen moeten de eerste twee weken van hun leven in volstrekte rust kunnen doorbrengen, omdat de moeder hèn 24 uur per dag ongestoord moet voeden en verzorgen.
Het spreekt vanzelf, dat loslopende honden en op jacht zijnde katten veel schade kunnen aanrichten in deze kwetsbare situatie. De takkenhopen zijn dus van levensbelang. Een ander groot gevaar voor de egel populatie is het autoverkeer. De egel kan zich alleen verweren tegen een naderende auto door zich op te rollen. De auto is daar vanzelfsprekend niet van onder de indruk Door dit alles vallen er altijd veel slachtoffers onder de egels. De egel in het Groene Hart weet zich gelukkig nog steeds te handhaven. Veel mensen in de directe omgeving hebben dit charmante
diertje reeds op bezoek gehad, op zoek naar regenwormen of etensresten. Vooral kaas schijnt een magische aantrekkingskracht te hebben. Niet alleen voor egels, maar ook voor andere dieren zijn de takken hopen een toevluchtsoord: vlinders, padden, kikkers, muizen, ratten, hermelijnen, zangvogels (nesten), eenden (nesten), vlinders en talloze insecten. Misschien kunt u in uw eigen tuin ook zo'n takkenhoop aanleggen. Op zo'n manier kun je meer voor de natuur betekenen dan je op het eerste gezicht zou denken.

Vredespaal


Op 9 oktober 1999 werd op initiatief van de stichting Koraal uit Kampen en in samenwerking met de 'Life Foundation' uit Wales langs de wandelroute vlakbij de kinderboerderij een 'vredespaal' geplaatst. De 'Life Foundation' traint genezers van oorlogstrauma's en organiseert vredeswandelingen. Zij plaatst op bepaalde plekken 'vredespalen' om mensen duurzaam te herinneren aan wat een groot goed 'vrede' is. Een lofwaardig initiatief, dat goed past in het Groene Hart.

Lees verder in Vlinder en insectenposter